Niet zo

Ik moet om mijn ego te blijven strelen wel voor het individualisme lijken, schijnen, heten, dunken en voorkomen. Je bent eenling in verhouding tot andere eenlingen. Mensen moeten beseffen dat ze altijd en overal alleen zijn, maar dat ze tegelijkertijd meestal in een samenleving functioneren. Ik heb het niet over massa versus individu, maar het individu als onderdeel van de (een of andere) groep. Je kan natuurlijk proberen je aan elke vorm van gemeenschap te onttrekken, maar hoe voorzie je dan in je primaire levensbehoeften?
Het vervelende is echter dat veel mensen zich helaas nogal biologisch gaan gedragen in een groep; dan is er ineens een leider nodig en kan de saamhorigheid akelige vormen aannemen. Dat moeten ze afleren; hoe blijf je individu in een samenwerkingsverband? Ik geloof niet dat het kan; de meeste mensen kunnen of willen de verantwoordelijkheid niet aan. Anderen zijn wellicht te dom, te laf, of te gemakzuchtig. In kort bestek het begin van het einde van de ‘ware’ democratie.
Mijn vraag was eigenlijk: moet iedere mens steeds opnieuw het leven in al z’n facetten leven, of is het goed dat er velen zijn die hun leven langs min of meer uitgesleten paden gaan en hun energie steken in het vervolmaken van iets dat hun eigen leven overstijgt? Bijvoorbeeld een traditioneel levende wetenschapper die braaf z’n bijdrage levert aan de ontwikkeling van een nieuw medicijn tegen de een of andere dodelijke ziekte. En als je leven daarvan afwijkt, moet dat dan tenminste de kans geven dat er iets bijzonders uit voortkomt, wat dat ook moge zijn?

Aandelen

Koffie schijnt goed te zijn tegen vrije radikalen (loslopende fundamentalisten). Ik lees veel de laatste tijd op het net; om al dat downloaden z’n plaats te geven? Het is van alle tijden. Andere dagen tv, docu’s, een stukkie film. En dek je in tegen de kerst!
Ik zie het allemaal zeer scherp, dus ook hoe vies het ergens is, hoe fout dingen zijn, en hoe lelijk mensen kijken, doen of zijn. Het dragen van een rose bril zou af en toe niet weg zijn.
Laatst bedacht ik mij, met de beroemde (edoch ijdele en formele) uitspraak van Newton in herinnering, dat hij ‘slechts’ op de schouders stond van hen die ‘m voorgingen in de wetenschap, om ogenschijnlijk z’n bescheidenheid te tonen. Maar het is een waarheid waarvan al eerder vermelding werd gemaakt door groten der aarde en ik vroeg mij af of het ook niet opging voor allerlei andere menselijke besognes. Misschien overdacht ik juist in deze tijd wel het verschijnsel tradities.
Want waarom moest ik zo nodig meer dan de meeste anderen van alles en nog wat in twijfel trekken, zelf uitzoeken en uitvinden wat goed voor mij was, om uiteindelijk via deze omweg niet eens zoveel verder van al diegenen uit te komen?
Je kan zeggen dat het de af te leggen weg zelf is, waar het om gaat, maar ik kan toch niet geheel los geraken van het idee dat het deels ook een bepaalde, meer universele ontwikkeling der mensheid in de weg zit. Misschien voeden we onze kinderen te individualistisch op, dat is: te veel op onszelf – de beperkte grootheid van het ‘moderne’ gezin – en te veel op zichzelf – ieder mens in eerste instantie bezig met z’n eigen ik.