Als van alles op z’n plaats valt,
in de nacht na de dag,
een opleving, voldaan, genoten.
De klanken en beelden vulden aan,
de geur en het gevoel van buitenlucht,
zomerzacht en zoet.
Dan moet het van het hart,
het hoofd erover gebogen,
omdat het iets te zeggen geeft.
Het is niet slechts ogenschijnlijk,
maar werkelijk onbeduidend,
als waardevol verbeeld.
Onzichtbaar spint zij de draad
en de wind moet eronder komen,
de zon erop schijnen,
opdat klaar wordt
hetgeen gevangen wil blijven
en in zichzelf verstrikt zal raken.
Klote(n).