Kwijtzien

Ik had de mail gelezen, aldaar, maar heb ‘m niet meer, hier, dus weet ik alleen nog dat ie er vandaag niet zou zijn, wat echter ook gebleken is, althans totdat ik het voor gezien hield. Kan nog melden dat het verhaal van die draadloze schakelaars van de baan is; als je erover doorzeurt kan er toch een hoop meer, maar dat weet jij ook wel. Deze doet ’t nu echt. Elke ruimte apart met een door ons gewenste knop; zo is ’t maar net, yes! Ik ga het zo tijdelijk maken als ’t kan.

Het is toch weer een maand van je leven geweest; hoe jij de wereld en jezelf beleefd is wezenlijk. Be there! (Dit is ’t meest opbeurende dat ik weet op te brengen! Vol van genade.)
Het fietsonderhoud is een gesel en in het groen poepen de honden; met de warmte meurt het mee. Ik kom niet daar waar geen honden wonen de laatste tijd, niet buiten de stad zelfs. Het is fijn de zomer, al bederft alles sneller en zijn muggen en vlooien talrijker en beziger dan de bijen.
Is mijn thuis de hemel en zo de meest vervelende plaats, saai en vertrouwd? In ben verder weinig hier gedurende reguliere werkdagen. Zalig zijn de armen van geest, toch?