De Indische, of gewone wandelende tak (Carassius morosus), herkenbaar aan felle rode kleur op de voorpoten om vijanden even op ‘t verkeerde been te zetten en zich dan te laten vallen, onzichtbaar tussen takjes op de grond.
De opgezochte feiten blijken een openbaring. Ik telde al weer een stuk of tien kleintjes. Is het reeds in evenwicht, gaan er genoeg tijdig weer dood? Begonnen met twee en nu in de vele tientallen, ze zijn nauwelijks te tellen tussen de echte takken.
Bij deze soort komen geen mannetjes aan de voortplanting te pas, aangezien vrouwtjes eitjes leggen waar alleen vrouwtjes uit komen. Dit noemt men maagdelijke voortplanting of parthenogenese. Mannetjes worden in gevangenschap zelden of nooit geboren. Wel komt er gynandromorfisme voor, vrouwtjes die op mannetjes lijken en hen soms ook nabootsen qua (seksueel) gedrag.
Een volwassen vrouwtje leeft enkele maanden en legt in die tijd twee tot drie eieren per dag, in totaal enige honderden. De eitjes zullen na twee à drie maanden uitkomen, afhankelijk van de temperatuur. De kleine takjes die uit de eitjes komen lijken in alles precies op hun moeder, behalve in grootte. Na zes vervellingen zijn de dieren volwassen.
De soort is goed als huisdier te houden. Een ruim terrarium met verse klimop-, liguster- of braambladeren volstaat. Om uitdrogen van de dieren te voorkomen dient het terrarium regelmatig met een plantenspuit besproeid te worden.
(Bron: Wikipedia)