In de nacht vecht en speel ik alles uit
In de ochtend begrijp ik hoe het is
In de middag houdt leven mij bezig
In de avond ben ik moe en verdrietig
In de winter ben ik geboren
In de lente groeide ik op
In de zomer leefde ik mij uit
In de herfst val ik terug
Is toeval poëzie of bestaat dichtkunst dankzij lotgevallen?
Als een plant zeldzaam bloeit en dan mijn geliefde komt
Ik hoop zo’n ontluiking spoedig nog eens mee te maken
Als wat jij doet de norm is, vertrouw ik mensen niet meer
Ik eet rucola kaal en rauw als groet aan tegenstaanders
Kan je je tijd verdansen, alleen of ook met een ander?
Bloed krúípt, waar het niet gaan kan; ‘t komt er toch
Hoe je er een tenslotte eind aan maakt, zegt alles of niets