Afgerond

De treden naar de tentoonstellingszaal, een kooi, de deur staat open. Misschien heeft ie nooit op slot gezeten. De sleutel hangt in de lucht.
Iemand heeft ‘m stiekem gepakt en uiteindelijk gebruikt,
misschien nog even teruggehangen.
Het is zo klein, zo onbeduidend in dit universum, in het heel en al.

Ik hoor de Winterreise bij voorkeur gezongen, niet geblazen en gespuugd. En in een andere omgeving, maar eventueel wel weer met zo’n zachte, warme vrouw aan m’n zijde. Misschien als huisconcert bij de pianist in Haarlem? Helemaal romantisch.