In een roes en een rode auto gingen we door de overvolle stad; tropisch als thema en met de muziek, maar de wind hield het koel. Nog meer nalatenschap van Moscoviter mee; de aftandse tijd zit er als dikke korsten op. Later ga ik ermee aan de haal.
Ook op de rug, trappend de kilometers maken die ik ruim een maand gelaten liet, omgeleid langs de vrolijke stoet en kleurrijke menigte, voelde ik een prettige stemming, die alleen werd gehinderd door de wat zeurende keel. Het gehoest was ik nog niet kwijt.
Je vertelt niets nieuws, je herkauwt je ongenoegen, en minder goed het voorgeschotelde eten. Later op de avond ben ik niet eens gretig genoeg om een al bijna vergeten werktuig voor mijn gastheer aan de praat te krijgen en help ik ‘m niet verder met onhandige instellingen.