Stad in land, land uit stad, de confrontatie en uitwisseling tussen natuur en cultuur, het verschil tussen en samenvallen van professionaliteit en amateurisme, het nut en de zin, de kwantiteit van de kwaliteit (en andersom). Het geeft te denken.
Hoeveel van wat er in de steden gebeurt is economisch duurzaam, wat wordt er geproduceerd dat essentieel is voor de inwoners, de instandhouding van hun leefomgeving, en de kwaliteit van hun leven? Waar begint een stad en waar houdt ie op, historisch, geografisch, economisch, bestuurlijk, en wat en hoe zijn de invloedssferen, afhankelijkheden, mutualiteiten?
Heeft de boer de stad nodig anders dan voor afzet, de bescherming van zijn rechten, de aanvoer van benodigdheden van allerlei aard, het onderhoud van zijn systemen, het eventuele vertier in zijn vrije tijd? Is er geen tweedeling, zijn de grenzen diffuus of afwezig – vrij ‘heen en weer’ reizen, al moet je altijd je identiteitsbewijs bij je hebben? Is er een balans? Is het een weegschaal?