Niet aldoor gezeur aan je kop, dat je er toch een beetje op los kan leven, dat je zelf bepaalt hoe je je leven vergooit, en voorkomt dat anderen al te veel last van je hebben. Als jij vindt dat je beter bent dan ik, dan ben ik beter dan jij.
Waren die overleden vrienden uitgeleefd, niet meer in staat om het verlies van hoop, het vervlieden van dromen, het verval van lichaam en geest het hoofd te bieden? Het zou voor jou een reden kunnen worden.
De nachtegalen
Ik heb van ’t leven vrijwel niets verwacht,
’t Geluk is nu eenmaal niet te achterhalen.
Wat geeft het? — in de koude voorjaarsnacht
Zingen de onsterfelijke nachtegalen.
J.C. Bloem (1887-1966)