Het is niet erg dat je leven zuigt, zolang je het maar niet weet.
Je zag vooraf zo veel beren op je pad, maar, of ze waren er niet, of je hebt ze gemist.
Triest word je van wat je ziet, de koude grond, de lompe objecten, de huizenhoge projecten, en hoort het wezenloos gezwets aan.
Je raakt niet uitgepraat; al gauw luistert er niemand meer.
In de stilte hoor je de reikwijdte van de verbeelding.