Kolibrievlinder

Mijn camera niet snel genoeg, maar ikzelf evenmin, om het diertje scherp in beeld te krijgen. Een beetje biodiversiteit in de buurt. Een welkome afwisseling van de internationale spoorverbindingen die in kaart gebracht moeten worden. Hoe virtueel is dat?

Wanorde neemt altijd toe. Sterven en uiteenvallen, het verschil tussen verleden en toekomst. Niet per se de weg van de minste weerstand, of de simpelste oplossing als de beste. Een verlangen naar wat betere tijden lijken te zijn geweest. Als je maar niet denkt dat het waar is.

Alleen met het ongedierte, je zou een ander kunnen zijn, een fantasiebeest, een sprookjesfiguur, een verzonnen karakter. Niet meer ophouden te vertellen, over vermeende gebeurtenissen en bekende zonden, bevriende vreemden. Soms zijn het engelen.

gisteren

Zomer .

16:57u.

Gezeten in de schaduw en wind, mediterend op het blauw van de lucht, dat doorkruist wordt met vliegtuigen, meeuwen, zwaluwen en duiven, en afgekaderd is door dakranden en boomtoppen.
De onderdanen hangen vrij. Wat moet je met je voeten kunnen, als je er niet mee hoeft te eten, schrijven, schilderen of piano te spelen? De preludes van Chopin.

B flait #5b

Juneteenth

Though President Abraham Lincoln issued the Emancipation Proclamation on Jan. 1, 1863, many enslaved African Americans remained unaware of this executive order for an additional two and a half years. On June 19, 1865, Union troops read out General Order No. 3 at several locations throughout Galveston, Texas, announcing the end of legalized slavery and spreading the news of freedom.

That day of liberation became known as Juneteenth, the oldest known celebration commemorating the end of slavery in the United States. On June 17, 2021, President Joe Biden signed legislation to make Juneteenth a federal holiday.

This image of Galveston was taken by the Expedition 67 crew aboard the International Space Station on June 20, 2022, as it orbited 224 miles above.

Photo Credit: NASA

Image of the day van Nasa, deed mij allereerst aan een door ons gemaakte kaart met die plaats erin denken. Daarna kwam het verhaal en het is alsof ik er ook al op mee wil liften. This is not America en heb ik niet te lijden onder die geschiedenis, wat anders zou moeten zijn? It’s around the corner.

De Balatableeder*

De mooie dagen zijn voorbij
Koelie, bleeder, slaaf vierde zijn goedkope feesten
Werkloos slenterend aan de gouden kusten
Ronselaars ronselt zijn beesten
Zoveel als de burgers maar lusten.

Ten overstaan van een blanke ambtenaar
Contract gesloten, duim afgedrukt
Voorschotje aan slaaf, goed geld aan ronselaar
Contractant ziet zijn plan mislukt.
Voor vrouw en kind zorgen kan hij niet.

Diep in ’t binnenland te midden van woud
Ondoordringbaar schoon vol van romantiek
Moeras, ellende, giftige slangen tussen ’t hout
Slaaf worstelt vecht soms wordt hij ziek
Hoge rekening, waarvan hij niets verstaat.

Na negen maanden betaalt de Compagnie uit
Vanaf 3e-4e-5e-6e kwaliteit
Neem je hongerloon, houd je muil
Spreek niet over de kwantiteit
Slechts de onderneming krijgt gelijk.

In het oerbos tussen schone varens
Een werker sterft, een proleet minder
Wat deert dat als het niet is een grote
Een zwarte, een kleurling, geen hinder
De bleeder weet, hij heeft de klewang in handen.

Anton de Kom (1898-1945)
uit: Vandaag vrij, altijd vrij (2023)

* balatableeder = arbeider die met een mes (klewang) de balataboom inkerft om rubber te winnen.

Van Laurens Jz. Coster — iedere werkdag een gedicht

een taietje geleden

Luikendicht

Geloken ogen, ze vouwen, rollen niet, klapperen in de wind
Geen raam, geen glas, zoals we het veld en de bouwwerken ruimden
Sluit ze!, als een kreet van eeuwen terug of mijlen ver van hier.
Open je luiken, blinden!

saimsaim #2*

*) AIVA – Artificial Intelligence Virtual Artist (https://www.aiva.ai) – wiens auteursrechten?

Strategische ambiguïteit

Dat wat op de (eerste) vuilniswagen voor het restafval stond (in cursief) uit het hele* gedicht gelicht; Jan Oudenaarde heeft gelijk; het doet er geen recht aan. Op de tweede voor het papier: en weer is wat je ziet groter dan wat je dacht (Marion Poschmann), heel toepasselijk. Ze vulden elkaar aan. Ik haal de geleegde bakken weer binnen.

*) BLOED
Je bent mooi. En ik ben gek.
Stenen lichaam. Zonnen lichaam. Eenzelvig lichaam. Zomers melkwezen. Wilde baai. Je bent mijn ivoren vlees. Zwarte ster. Mijn schaamteloze zone. Je metselt me in onder de klaagkoepel. Mijn gegunde sappigheid. Mijn minnares. Mijn stilzwijgende zinnelijkheid. Mijn tirannieke maanwezen. Razende prinses. Doolhof van zweet. Met zijde bekleed idool. En met doornen.
Opus van vuur en bloed. De areola’s van je lippen omvatten en kloven mijn huid. Leg me droog. Ik ben woestijn. Gesel me. Ik ben slaaf. Lijf me in. Ik ben  je eigendom. Je snuisterij. Ik vouw je nek. Ik ontvouw je buik. Hemelse duinen. Je haar is een vlammenbundel. Je ogen een zandstorm. Ik rijt je gezwollen tong open en les mijn dorst. Ze is hostie voor mijn ontrouwe mond. Ze is kelk voor mijn ketterse mond.
Ik verzaak de plicht. De rede. Ik vereer de plaatsen van ontucht. Ik schooi op de drempel van je herberg. Ik laaf me aan je begoochelende bronnen. Opium en wijn. Ik snuif je opiumgeur op. Ik bijt in je alcohol geworden brokjes.
Ik ben die in lompen gehuld je voeten wast en kust. Ik wil drinken. Nog meer drinken. En nog meer drinken. En oplossen en opgaan in de bedwelming.
Ik ben minnaar van de liefde. Met dons bekleed. Met vuil en slijk bekleed.
Ik ben die in het stof knielt voor je lichaam. Oord van verering. Oord van gebed.
Ik ben die in de ochtend van je sluier de stilte van je ogen reciteert. Die vlechten van bloed  bijeenraapt op je praalgraf.
En jij bent mijn geheiligde boek. Mijn gedicht.
En ik ben de dichtergek die bedelt om de zin van wat je zegt. En ik ben de dichtergek die het woord steelt.
Dichtergek die zijn volgzaamheid ontvreemdt. Dichtergek die een veranderd woord verkondigt.
Bezwerend woord om je te vieren en te scheppen. Woord voorbij het woord om je te beminnen.
En je bent mijn brutale vruchtbare. Die me ontdoet van mijn vermoeidheid. Die mijn fouten en wrok terugdrijft. Die een verbond tussen extase en pijn sluit.
En je nectar hecht zich aan mijn meest zorgeloze dromen. Je nectar hecht zich aan mijn nachtelijke spijt.
Je bent een festijn dat ik stopzet en dat me besmet.
En ik proef je blanke keel. Ik snuif je kruidige geuren op. Ik tap je gezwollen sappen af.
En je bent mijn ijdelheid. Mijn wulpsheid. Mijn onzedige maagd.
Je doorkruist wrekende zeeën en stinkende straten. Je doorkruist mijn gulzige geraamte en bange lusten. Terwijl mijn speeksel je lippen nog vervalst. Terwijl de lichaamssappen van het genot je gebarsten huid nog hechten.
Je bent vrouw en de roofzuchtige nacht vertrapt de graven. Je bent vrouw en de hemel zweet stenen vlokken uit.
Je bent vrouw en de oceaan verwoestijnt en de aarde ontkalkt. Je bent vrouw en de dieren rillen apocalyptische tekenen.
En je bent mooi. Mijn melkglazen gazelle. Water dat stroomt tussen mijn wimpers. Zuchten die mijn gedachten zachter maken. Saffraan die mijn littekens betegelt.
En je bent mooi. Mijn liefje. Mijn zachtje. Je gezicht een heldere ochtend. Blauwe nevel. Snoer van sterrenstof. Snoer van oneindige belofte.
En je bent mooi. Mijn verborgen schat. Vloeibare diamant. Paarlenvlecht. Robijnencanvas. Ik ben de goudsmid van je verrukking. Van je traagheid.
En je bent mooi. Eilandvrouw. Vrouweneiland. Ik ontbind mijn andere streken en beëdig me als eilandbewoner. Ik ben een vuurtoren op je navel. Ik verlicht de gezangen van je weelderigheid.
En ik wil nog jarenlang kruipen als een dier op je lijkwade. En die verstellen met mijn bloed. En inslapen  verenigd met mijn toevlucht – met je lijkbleke lichaam.
En ik maak mijn ogen zwart met de as van mijn zwarte maan. En ik zweer de verwrongen en wufte maskerade van het vluchtige af. En mijn gedweeë en verblinde vlees geeft zich over aan de obsessies en uitspattingen van je eredienst.
En ik ben instrumentenlichaam. Tablalichaam .Ravanelichaam .
En je ritmeert me in de draaikolk van je lippen. En je besnijdt me op je kruis.
En je bent spiegel.
En je buigt de sterrentrek om. En je sneeuwt de zonnen vast.
Je bent spiegel. En je zuigt het giftige karmozijn van het kwade weg.
Je bent spiegel. En binnen in je ontwortel ik mijn ik om jou te worden.
Je bent spiegel. En ik versplinter je.
En je barstjes snijden mijn aders. En mijn bloed zal lang na mijn dood jouw kracht oogsten op de vlaktes van de waanzin.
En ik ben stof dat danst rond een gloeiende nis.
Hart van de wereld.
En ik onthoofd degenen die zich – ongelovig en trouw – wentelen aan je voeten maar de alchemie van de liefde niet op kunnen delven.
En ik drijf rond in mijn wankele bootje met de verbannen en zieke zielen.
En ik geef de kreupele te eten. Ik zing de schanddaden met de melaatse. En mijn lichaam is schuilplaats voor de schurftige hond. En mijn lichaam is pantser voor de dakloze. En mijn lichaam is put voor de tranen van de gevallen vrouw.
En in hun onderkomen dat mijn onderkomen is praat ik met de gekken.
En onze bebloede lippen dansen bezielde woorden die de verzen van de liefde voordragen.
En je bent mooi. Mijn zwarte fee. Mijn zwarte wonde. En ik wil de zwarte pupillen afzwakken die taal in mijn huid graven. En een ebbenhouten droom snoeien. Die ebbenhouten droom afpellen.
De essentie ervan losrukken en je dwaasheden ontwarren.
En ik dreun je naam op als het niets me opslokt. En ik roep je naam aan als de oorlog kinderlijkjes uitbraakt.
En ik smeek je naam als mijn tranen opdrogen en ik niet langer huilen wil niet langer huilen kan.
En ik ben wachtende.
Op het donkere vocht dat je rondingen insnijdt Op het donkere vocht dat je haren inkt.
En ik ben wachtende.
Op het donkere vocht dat je huid bevolkt. Op het donkere vocht dat je begeerte opbolt.
Laat het me inkerven en spietsen. Laat het me als prooi achterlaten voor de clowneske en wrede massa.
Want ik ben niets.
En ik wil sterven.
En ik wacht op lichtstralen die mijn offer aankondigen.
Slijp uw sabels vrienden.
Want ik ken dood noch leven.
Want sterven is in jou herboren worden. Is jou zijn.
En je bent mooi. De mooiste.
En ik reis buiten de perken van de tijd.
Ik ben de minnaar van al je plekken. Waar je was en waar je zult zijn.
Ik ben vader en ik heb je verzonnen. Ik ben moeder en ik heb je geboetseerd. Ik ben je eerste lachje en je eerste slokje melk.
Ik ben de grond die je hebt betreden. En de hemel die je hebt verlaten. Ik ben je gevouwen handen in het uur van het gebed. En je gewrongen handen in de pijn.
Ik ben de golven die je hebt gestreeld. En de storm die je hebt bedaard.
Ik ben de letters die je voornaam graveren. En het heilige boek dat onze verenigingen in zich bergt.
Ik ben de handen die je laatste adem zullen wiegen. En de handen die je zullen doen inslapen in je graf.
En ik bemin je.
En een enkel atoom van je liefde verzadigt me. En doet me stralen.
Een enkel atoom van je liefde amputeert mijn lelijkheid. en zuivert mijn verdorvenheid.
Een enkel atoom van je liefde volstaat opdat ik mezelf vergeet.
En ik denk alleen aan jou.
Een enkel atoom van je liefde maakt me zalig. En ik ben de uitverkorene.
En ik bemin je.
En je bent in alle dingen.
Je bent de zon die de gangen van het duister openlegt. Zon die de lusteloosheid van de oceanen scharlaken kleurt.
Je bent de tranen die de naden van de ochtend onthullen.
Tranen die de afscheiding van de schemer vieren. Tranen die de stoet van de manen wegmaaien.
En je bent in alle dingen.
Je bent de verkrachte zielen. En de monsters die ons bestormen.
En de bijlen die onze oogappels balsemen.
Je bent de vluchtigheden van de liefde als onze onherstelbare haat neer gaat liggen.
Je bent de laatste sneeuw en vlagen van vuur die  mijn nachten zeven.
En ik bemin je.
En ik ben een uitgeputte kluizenaar in de woestijn.
En ik vast.
En ik stenig de spoken van andere streken.
En ik vast.
Mijn omsingelde lichaam een wonde. Een kloof.
Een stoffelijk overschot en een verblijf voor je schittering.
Jou.
En je bent mooi.
En ik zie in je amberen ogen en in je doorschijnende lichaam hemel en hel verstrengeld.
En ik wil geen gratie noch verdoemenis maar jouw liefde.
Alleen je liefde.
En ik bemin je.
Ik verban mijn eigen hart om jouw hart te worden.
Ik ruk me los uit mezelf om in jou te leven.
Gun me dat ik uitsterf.

Umar Timol

Cockpit

Bij deze voor je boekhouding (met de ledematen meer of minder gespreid, de rug recht, al dan niet gelijmd, of ingenaaid en gebonden).

Rustig rijdend op niet al te drukke wegen, de dodenherdenking herdenkend als iets dat grotendeels aan ons voorbij was gegaan, maar ik wist dat winkels om zeven uur sloten. Ben je materialist of idealist?

Een boot vervoert (een boot roert, een boot beweegt). Het verloop van de avond bezworen met deze dichterlijke opmerking? The show must go on, en die was goed, ons werk afdoende en bevredigend.

Algoritme

Daar waarmee je opereert, waaronder je werkt, wat het gedrag bepaalt. Zodat je uiteindelijk ook zo weinig mogelijk kunt doen. Duurzaam?

Hussin Aga, cetar

Als eerste vond ik ‘Schimmelrijk’ – rich in mold/fungus kingdom – dat ik zou kunnen voordragen, als het mij gevraagd zou worden, maar ze gingen mij dat niet doen en ik het hun niet aan. Er was al niet eens tijd om de video’s met dichters uit het buitenland af te spelen. De hongerige ‘bootvluchtelingen’ kwamen slechts om het eten, bovendien pas tegen zonsondergang, en misten misschien het vlees. Wie had dit bedacht in de ramadan? Het was een te verwachten rommeltje.

Dag en nacht volgen elkaar op en geven richting.
Een vredesovereenkomst klaar voor ondertekening.
Wat in de ochtend vanzelfsprekend lijkt,
is het niet in de avond. De mens is een hopeloze huiler.

Ontheilig je tempel niet, geseling is waanzin;
we leven als vrome duivels samen, ledigen noden.
We zullen onze lusten niet bot vieren, vrijheid
gewapend bevechten. Hebben we elkaar te verstaan?

Ga op wankele benen, spring en dans,
geniet al het leven en haat het sterven voortdurend,
speel en zing, geef rekenschap met verworvenheden,
geloof de zotheid, streef naar wijsheid, ken de feiten.

Laat je niets aanmeten door schrijvers of dichters,
op de markt ben je mogelijk beter af, een laken,
levensmiddelen, lopende zaken; het burgerschap
is niet in de uitverkoop. Hier staat het gedrukt.

maart 2019

Speling

Gepassioneerde minderheden; ik kwam haar weer tegen en bedacht hoe ik mij tot haar moest verhouden. Ik kon aandacht trekken, het podium betreden, gitaar spelen. Jong, dun, rechtlijnig. Maar wat was het nieuwe woord, de titel die ik had bedacht?
De deugd van vandaag is een gesel voor de toekomst. Niet overdrijven, de juiste vergelijkingen maken, niet extrapoleren.

In de pre-pruimentijd belde hij, stond ik met lijm aan de vingers de klus te klaren en vervolgens verder op zolder. Hij laat niets meer van zich horen; geen idee hoeveel tijd ie werkelijk bezig is geweest. Zijn geklungel kennende, zal het relatief lang zijn. Door de dag heen loop ik de schakels nog na en de grindtegels naar achterin de tuin. Een stammetje doorgezaagd en de aannemer over wanneer ie alsnog het werk aanvaart. Ik stel de gereedmelding uit en krijg antwoord en akkoord. Morgen, overmorgen, maar niet vandaag. Mario is een fantastische naam voor een loodgieter.

Ik geef de lelijke herinneringen van Johannes B een plaats naast de mijne, al dan niet voor derden toegankelijk, mits ze het weten te vinden. Het is soms oorverdovend mooi:

Bellenblazerij, 1988?

Ongezien

Het bleek vandaag warmer dan maandag; nu de hoogste temperatuur van dit jaar? Je kon in de zon en de wind zitten, weliswaar redelijk gekleed. De dag leek ook langer te duren; bij elke blik op de klok was het vroeger dan je dacht. Gevangen in het eigen leven. Boete doen, wraak nemen, vergiffenis vragen. Wie of wat haalt je uit de onderwereld? Tijd is waarschijnlijk geen illusie.

gitaarduel, 2015 06 05 instantmix

Moederlandmuziek

Een benefietconcert voor Syrië en Turkije op initiatief van de Syrische muzikante Jawa Manla en gastkok Anahid Darwish. De partner van Jawa Munzer draagt gedichten voor:

Separation has taken the place of our close contact
Alienation replaced our sweet getting together

Morning of disunion dawned ominously poignant
As death of a loved one announced

Let those who caused this painful separation know
The sorrow they inflicted upon us is forever lasting
We, by it consumed

We drank deep from fountains of romantic accord
Our envious enemies angered
They invoked evil upon us; desiring we choke
Fates granted their wishes

Cords binding our souls untied
Love bonds joining our hands together, severed

So close we were; unmindful of separation
Today we are apart
With no hope of ever meeting again

Alle betrokkenen werkten belangeloos mee aan deze avond en het volledige ticketbedrag komt ten goede aan de hulporganisaties en zal in zijn geheel worden gedoneerd. Omdat vanwege Europese sancties tegen het regime in Syrië Europese hulp en goederen moeilijker op de juiste plek te krijgen is, wordt de opbrengst van de avond verdeeld tussen de Stichting Samenwerkende Hulporganisaties (Giro 555) en de erkende lokaal werkende hulporganisatie Human Action International (HAIO).  

9e eeuws gedicht op 19e eeuwse muziek; Jawa Manla, oud & Martin Fonse, piano