De bocht niet kunnen nemen

Ik begeleid een zogenoemde jongerenpooler (jonge moeder in een ‘baanregeling’ die erbij probeert te studeren) waar het mis mee gaat. Ik kan dus de boontjes doppen. We hebben al enige tijd in de gaten dat ze als een kip zonder kop te werk gaat, maar dan alleen als ze niet afwezig is vanwege huiselijke omstandigheden (ziek kind of zelf beroerd, meer dan eens; op zoek naar een andere woning, iets vergeten). 
Ik heb haar aangeraden haar situatie eens te overdenken, gezin voorop te zetten – ze heeft een vent die, buiten zijn werk, thuis niets doet, bovendien haar vader en broer in huis – en dan te zien of ernaast nog wat mogelijk is. Zegt ze overnight haar studie op (zegt ze) en wil ze ander werk, bij voorkeur hele dagen in de kinderopvang. Maar ze kon die halve dagen bij ons al niet eens waarmaken. Vertelt ze bovendien bij de werkgever haar verhaal weer op een andere manier. Weg alle voordeel van de twijfel! 

Van de week een hele dag voor de te produceren cd-rom foto’s zitten scannen op een G4 met een supersnelle Epson usb-scanner. Toch niet verder gekomen dan 88 plaatjes, want al die dingen moesten gelabeld worden (‘PL/strt/youths/relation/8.jpg’, waarbij, in dit geval, de P voor Porto staat, de L voor liggend formaat, waarna drie (eventueel) verschillende categorieën volgen en een cijfer voor de sfeer). En dat is me rete moeilijk, vooral als het je eigen waarden niet zijn. Ik mis nogal wat sfeerbepalingen en soms ook een geschikte categorie. De bedoeling is dat er duizenden foto’s opkomen, zodat met zelfs 100 per dag, een dag in de week, ik over een half jaar misschien klaar zou zijn. Het moet voor december, maar gelukkig doe ik het niet alleen.
Die Mac heeft er een 21″ monitor van LaCie aanhangen (of eigenlijk hangt zo’n systeemdoos meer daaraan), maar ik zat constant met mijn neus bijna op het glas als ik moest zien of ik het kader juist aanlegde. Eigenlijk robottenarbeid/monnikenwerk, waar ik, het spijt mij, toch enige neiging toe schijn te hebben. Ik haal het mij op de hals, soms min of meer vrijwillig. Gelukkig dat ik indertijd te ongedurig was, anders had ik nu een dikke baan gehad in de IT. 
Vervelend is dat intussen de dv-cam in reparatie is; mijn vrees voor de primitieve tapetechniek werd bewaarheid. Het ding kon geen fatsoenlijk bewegend beeld meer weergeven, alles leek te ontsporen. Anderzijds gelukkig hoef ik dan ook niets te schieten, de komende drie a vier weken, en gaat het niet uit mijn portemonnee, want alles bij elkaar kan het ten minste 500 piek gaan kosten.

Kammewattus

Ik was bij Dodo, geheel verbouwd, lijkt nu modern. De trap is open en het zitje op het dakje boven de entree is er een voor ons, als eregasten bij een concert dat wijzelf zouden moeten organiseren. Iets waar we serieus mee aan de slag moeten. Een multimedia-circus waarbij we iedereen die we kennen en die wat kunnen moeten inzetten. Ook de Dodo’s geven we een rol! Scripts maken we; goed uitgeschreven, en wij doen de regie, eventueel met hulp van spelregiseurs. Hans, jij hebt een verhaal, dat weet ik zeker; dat gaan we uitwerken. We hebben karakters uit te diepen, muziek uit te schrijven, decors te ontwerpen, computers te programmeren, sferen te scheppen, kortom, hooi op onze vorken te nemen. Repeteren? Dat doen we niet; het is improvisatie voor de die-hards van de Rotterdamse scene. We never give up, or in….

Gistermorgen met Joop drie uur lang achter een draaiorgel over de Oude Dijk aan gelopen; plaatjes schieten en geluid opnemen. Ik kick op dat geluid van zo’n ding, zou er graag mijn composities op ten gehore brengen. Dat kan met de tg100 vast. Een beetje straat geluid erin gemixt, et voilá!  Die gasten spelen pop-nummertjes (die hit Que Si Que No -of zo- klinkt er minder erg op, al wil je na drie keer dat nummer wel eens weten wat de klank van inslaande kogels uit een mitrailleur op het mechanisch aangedreven instrument is), maar af en toe ook heel melancholische liedjes, die goed passen in de grauwe straten van Rotterdam. 
Vandaag deze en andere boel zitten verwerken, intussen sleutelend aan mijn systeem, dat sinds de infectie van de week niet helemaal jofel liep. Misschien was het dat  snottervirus welk het joch heeft meegenomen van de opvang. Gisterenmniddag ook bij de jongens van Knockout op bezoek geweest, die de cd-rom gaan produceren. Die gasten hebben dikke G4’s (met FireWire natuurlijk) staan en enorme schermen (waaronder een 21″ flatscreen); zit ik hier te kloten met mijn aggenebbes pseudo-g3 en een AVkaartje. Daar kan geen kwaliteit uitkomen? 

pierement 3

Piekerman

Het was vandaag festivaldag in Rotterdam; op Feijenoord en het Noordereiland, te Katendrecht, bij de Esch (Kralingen) en in Cool (Witte de Withstraat) en met bootjes kon je van het een naar het ander varen (Gluren bij de Buren). Ik helaas niet, was gebonden aan onze tent met daarin de Computerkeet – tricky in al die vochtigheid met dergelijke gevoelige apparatuur, maar de schade is beperkt gebleven tot een uitgevallen (geleaste) monitor, voor zover ik weet – dus moest de rest van het gezin deze kans waarnemen. Af- en aanvaart in Feijenoord via de steiger van de scoutingclub aan het Mallegatpark, dus die padvinders lieten het niet na kinderen te werven voor hun club. Ik heb mijn bedenkingen, maar ja, zo ben ik.
Komende tijd wil ik me met serieuzer zaken bezighouden: 2001 nadert en dat heeft op woon- en werkgebied een grote impact. Zie hier, ik praat modern. Ben erg enthousiast over Flash (screw HTML en Java!) en verdiep me er wat meer in. Enige nadeel lijkt me dat nog niet iedereen eraan of in is, dus mag het oude systeem nog niet overboord. Echte resultaten heb ik nog niet; slechts een QTmovie omgezet naar swf. Voor dat ik tevreden ben met een echt flitsend construct moet het wel ergens om of over gaan. Ondertussen verlang ik naar tijd te besteden aan muziek. Ik luister veel naar oud pHwerk, heb intussen ook zo veel nieuw geluidsmateriaal en verschillende ideetjes om dingen te combineren.
Ik ben nog steeds zeer tevreden met mijn knielstoel, daarbij het volgende aangetekend: geen problemen met de knieën, soms een beetje verminderde doorbloeding in de schenen. De man die mij indertijd die stoel (en ook zitballen) verkocht, zei er echter bij dat het gaat om een actieve zit. Dus niet te lang in dezelfde houding en dat is precies waar dit soort zitelementen min of meer toe dwingen of uitnodigen (het is maar hoe je dat ervaart). Als ik ooit nog eens rijk word (of de directeur ergens van), dan is dit mijn wensdroom: 

Gravity heet ie, van Stokke, en het ding kostte indertijd dik tweeduizend gulden. De met leer beklede variant was nog eens duizend piek duurder. Voor zoveel geld zou ik eerst iets anders kopen. Of zou zo’n ding 2e hands te scoren zijn? Deze vorm van actief zitten is je ware; het vraagt toch om volledige concentratie op absolute rust om in zo’n positie als die van die man op het plaatje te blijven. Dat kan alleen een managing director! Toch?

Tot donderdag

Tja, ideeën. Ik was bezig met een advertentie… voor kankerstokken en ik had nog iets, maar dat ben ik vergeten. Veel andere dingen aan mijn hoofd … workshop, festival, systeembeheer, webmastering… r’dam 2001 – de Rabobank wil ons sponsoren! Draaiorgels… ik word er moe van. Nacht!

Sof vandaag: de sponsoring van de Rabo is slechts als dekking voor de door RCH 2001 toegezegde 30.000. Waar zij over willen praten is welke tegenprestatie we voor die sponsor hebben (vermelding in de gids of op de site, een begeleide wandeling langs de route). Op zich niks mis mee, maar rdam01 laat ons (vooralsnog) niet meedelen uit de pot (rijks-/europese) subsidie. Die hebben ze zelf al grotendeels opgebruikt, maar hoeveel is er dan nog te verwachten aan sponsorgeld? Ik vrees het ergste; het is alsof ik de organisatie weer ken zoals ze is: een kleinsteedse zelfbevlekker. Vandaag kregen we een mail binnen via Mariska waaruit bleek dat ze de door mij aangeleverde tekst en plaatjes voor de catalogus hebben kwijt gemaakt. Persoonlijk afgeleverd voor de deadline op hun kantoor, maar kennelijk niet bij de betreffende persoon op het bureau beland. SHIT! 
Workshop-introductie: opkomst 0! (Ook Monique niet!) Die mensen kunnen me wat. Ze gaan maar naar Oleander. Als ik niet voldoende inschrijvingen met aanbetaling voor (ongeveer) volgende week woensdag heb, gaat het feest niet door. O ja, en acceptabele excuses. Dan beginnen we eventueel eind september. 
Festival Divers: Ton niet te pakken gekregen; zou langs komen, maar niet gezien. Heeft fax gestuurd, waarin nota bene stond dat ie met mij samen de puntjes op de i(Mac?) gaat zetten wat betreft de SWF-presentatie. Verder heeft ie alle werknemers opgeroepen zich te melden als ‘vrijwilliger’; slechts goede excuses gelden om niet te hoeven komen. Het zal mij benieuwen. De tenten worden vrijdag opgezet; wij hoeven slechts in te richten; eigen pc’s, tafels van de Koepels, we kunnen op hun (analoge) telefoonlijn (25 meter snoer?) en gaan op hun lichtnet. Het middagprogramma loopt van 12-17 uur. Alleen de rommelmarkt gaat tot 18 uur. Ik ben een klein beetje bezorgd over de veiligheid van onze apparatuur – waarschijnlijk is er geen enkele verzekering die ons dekt, behalve onze eigen oplettendheid. Voor mij is dit de laatste keer dat ik dit zo doe; een vaste wagen is veel beter (JIP/Toer). Maar ja, dat heb je met dat marginale gerommel, je zou gaan denken dat het onze stiel is. Tot zover.

Van de eeuwige trapvelden

Niet dat ik met gezeur wil binnenvallen, maar er is een hoop (nog niet) gebeurd, dat mij enige zorgen voor de nabije toekomst baart. Maandag willen wij de draad weer oppakken en aan een nieuw seizoen beginnen en wat mij betreft is dat in een ander jasje. Ik weet alleen nog niet wat voor een weer het wordt, dus ‘of je even voor weerman wilt spelen’. Tot zover deze vergelijking.
Heel concreet: ik ben ontevreden met de gang van zaken. Ik krijg het idee dat anderen al het leuke naar zich toe trekken – ik misgun ze niets, maar blijft er voor ons iets over? Alle lof die men in onze richting blies ten spijt, heeft ons dat tot op heden nauwelijks wat opgeleverd. In ieder geval geen duidelijkheid. Hebben wij zo meteen iets te besteden? Ons pioneerswerk heeft z’n beste tijd gehad; de rek is eruit.
Het is gesukkel; hard werken en geen klap verdienen. Onze gezinnen vragen om meer (tijd/inkomsten), anders is het niet te verantwoorden. Meer uren maakte ik altijd wel, al is een deel goed gemaakt door de vrijheid om te experimenteren en te leren en een eigen weg te zoeken. Die tijd is voorbij; andere verwachtingen en verantwoordelijkheden dienen zich aan. We werken aan digitale trapvelden, cultuurroutes, workshops, websites en e-zines. Dat is ‘heet spul’; er wordt goud mee verdiend. In een sociaal-culturele werkomgeving mag dat best wat minder wezen. Er is daar meer van andere prettigheden (mogen we hopen). We hebben geen vaste aanstelling; is het geld op dan zullen we ons heil wellicht elders moeten zoeken. Kortom: we hoeven het niet voor minder te doen.
Naar het einde van dit jaar toe verandert mijn financiële situatie aanzienlijk; als er ruim voor die tijd niets gebeurt, zal ik gedwongen zijn het (dan toch wel zinkende) schip te verlaten. De deelgemeentebestuurders etteren door als een open wond (getuige onder andere het verslag van de door hen georganiseerde bijeenkomst van voor de zomervakantie). Zonder spontane genezing is de remedie meestal amputatie, waarbij het risico van terugkeer der wond op het snijvlak niet gering is. Deze morbide beeldspraak is geheel voor mijn rekening.
We hebben nog geen projectmedewerker met een geschikt netwerk; iemand die voldoende connecties heeft met mensen uit het (juiste) bedrijfsleven. Zijn wij zelf in staat om dichter bij huis (in de wijk dus) voldoende handen op elkaar te krijgen voor een daverend applaus als blijk van ondersteuning van onze cultuurroute? Ons plan is idealistisch genoeg om een utopie te worden; hoe voorkomen we dat? (‘Hoe evalueren we onze doelen?’, om maar wat te noemen.)
Roept dit een somber beeld op? Ik vrees dat als er niet meteen met nieuw elan en onze nieuwe plannen aan de slag kan worden gegaan, er een situatie ontstaat die wat mij betreft onwerkbaar is. Ik zie huizenhoog op tegen een voortgang op de oude voet; niet weer een seizoen met tekortschietende middelen en (daardoor?) matig bezochte activiteiten in een meer en meer deprimerende omgeving. (Je komt vanuit een zonovergoten zomersfeer in een ‘kunstverlicht’ krakkemikkig werkhol; het went wel weer tegen de tijd dat het herfst is.)
Nog meer geld. Het feit dat de deelgemeente de afgelopen twee jaar niet heeft willen dokken voor de exploitatie suggereert dat ze vinden dat de stichting reeds genoeg krijgt en dat ze niet zomaar allerlei projecten moeten aangaan. Ik meen mij te herinneren dat zij even goed partner waren bij het tot stand komen van ons project. De startsubsidie is op; krijgen we nu een slotsom?

Taal & teken

Je moet het allemaal beleven, doormaken. Het gaat niet om het einddoel, maar de reis erheen, dat wat je onderweg meemaakt en ervaart. Het doel van het leven is niet de dood, alhoewel het onverbiddelijke einde, maar het te leven van seconde tot seconde, als je dat lukt. De moeite die het kost om (je van) ieder moment bewust te zijn is een wezenlijk aspect van het leven; bewustzijn mag dan een bijproduct der evolutie zijn, het is echter alles wat ons tot mensen maakt. Nu nog even omschrijven wat bewustzijn is…
Ik ban de fantasie uit, zet mijn dromen op papier en vervolgens in de kast; al te veel kleur in je leven zou het nog leuk gaan maken. Misschien is het weren van ‘het anders bewuste’ in eerste instantie niet verkeerd zolang het de uitgewerkte dromen van anderen betreft; ik dacht er een zuivere vorm van te gaan beleven. Simpel gegeven uit de psychologie: sensorische deprivatie.
Zijn er echter bedenksels van mensen die behoren tot een soort van collectief ‘anders bewustzijn’? Dat wat mensen gemeen hebben, net zo goed als hun fysiologie en de daaruit voortgekomen psychische overeenkomsten? Gelijksoortige angsten, driften, wensen, verlangens; ze zullen wellicht teruggebracht kunnen worden tot de al dan niet begrepen werkingen van de geest, zoals meer en meer te verklaren uit de kennis die we hebben van de opbouw van ons brein. 
Ik ga er vanuit, dat de huidige werking van de hersenen onlosmakelijk verbonden is met de rest van het lichaam. Als het ooit lukt een compleet zenuwstelsel over te plaatsen in een meer of minder geavanceerde machine, dan zal die grijze brei een geheel andere waarneming van de werkelijkheid opdoen, afhankelijk van de zintuigen die hem aangemeten worden. Is het een hij of een zij; kan het ontdaan zijn van enige seksualiteit?
Is seksualiteit de ultieme vorm van de wijze waarop wij ons lichaam beleven? Zijn andere manieren van fysieke inspanning en de uitwerking van de daarbij in gang gezette chemie op onze hersenen net zo, maar verschillend per handeling en per persoon, bepalend? De mens is geen mens te noemen zonder een lichaam van de huidige makelij. Dat kan evolueren. Niet onwaarschijnlijk door toedoen van de mens zelf; vervangende delen van geheel andere dan een biologische oorsprong geïntegreerd in ‘steeds minder mens’ creëren de cyborg. Een wezen met een zeer menselijke oorsprong en een bovenmenselijke vorm, want door de inspanningen van eeuwenlang samenwerkende geesten en de daaruit ontwikkelde wetenschap, vanuit de ‘menselijke natuur’ gemaakt van iets dat de mens zelf nog was, maar het mensdom uit der aard overstijgt.
Mij ontbreekt een bruikbare woordenschat; ik heb geen definities van de termen die ik inzet. De betekenissen zwerven langs de begrippen in mijn hoofd, die ogenschijnlijk niet de bedoelingen volledig omschrijven. Ze bestaan niet, of ik ken ze niet. Ik lees te weinig. Het hoeft niet slechts nonfictie te zijn; is dit niet het uitgesproken terrein van wetenschappelijk onderlegde prozaïsten, schrijvende getalenteerde denkers?
Ik doe al bijna een uur over dit stukje. Weer niet aan ‘het werk’. Niet thuis voor de uitgever of de uitdrukkerij. Bij de eerste is het te leuk, bij de laatste dreigt de sleur. Vannacht zat ik er in een computerlokaal met de nieuwe kleur geel uit de gang en doorzichten naar mediterrane kustlandschappen. Ik moet wegblijven uit dat deprimerende hok, die verveloze tent met dat grauwe vooruitzicht. Op de klok af.

Website

Voornamelijk gebruik gemaakt van Flash (Shockwave) en QuickTime, waarvoor dan de juiste (en nieuwste) plug-in’s nodig zijn en Netscape of IExplorer 4 of hoger. Op een 15″ Apple-monitor (832 x 624, 72dpi; 75 dpi op 800 x 600 bij Wintel’s) met Netscape 4 als browser, waarvoor ik dan overbodige menubalken wegklap. Gaat het net niet helemaal erop, maar ik wilde geen scrollbars en heb al maanden geen poging meer ondernomen daar iets aan te verbeteren. Ik zin op een totale verandering van het aangezicht en nog meer inhoud.
Voor het bouwen ervan gebruik ik GoLive CyberStudio 3, dat inmiddels is overgenomen door Adobe en GoLive 4 heet. Vind ik fijner dan Dreamweaver van MacroMedia, die echter wel het best werkt voor implantatie van Flash-toepassingen. Een wat professioneler html-editor Homesite heb ik ook. In de duurdere webeditors is het inbrengen van standaard (voorgekookte) CS- en Javascripts vrij eenvoudig.
Over andere (simpele) editors weet ik niet zo veel; ik gebruik ze niet. Ooit ben ik begonnen met de composer van Netscape, en dat voldeed, maar als je de smaak van meer (gemak en mogelijkheden) eenmaal te pakken hebt… Zodra we bij Taal&Teken (computerkeet.org) geld binnen hebben gaat er zeker een set webtools van Adobe aangeschaft worden (indien mogelijk voor meerdere platforms).

Genoeg te beluisteren

Nog niet terug van Porto, althans mijn hoofd, of is het het hart? Het is in ieder geval hard hier weer aan de slag te gaan; wellicht is het het werk dat mij tegenstaat. Er is geen sjeu aan het maken van websites, als je buiten op straat het leven zelf kan registreren. Soortgelijk werk zou ik hier ook kunnen doen, maar vandaag merkte ik al dat dat niet zo eenvoudig is, daar ik intussen mijn aandeel in de zorg voor de kinderen en het huishouden moet laveren. Ik heb ze niet aldoor gemist, gewoon omdat ik er te druk met de job bezig was. Zo leeft J. al jaren en ik kan mij er de charme van voorstellen, maar ik weet dat hij er de tol voor betaalt in een meesttijds heel wat minder prettige relatie met zijn gezellin. Vreemd was het ook nadat ik thuisgekomen en de jongen wakker geworden was, hij me even niet leek te herkennen en begon te huilen toen ie me zag. Ik had me al die tijd niet geschoren en heb wat meer kleur, maar dat zal het grote verschil niet geweest zijn. Langzamerhand heeft mijn aanwezigheid zijn geheugen weer opgefrist en zijn we dik als van ouds. De meid gaf me een heel ander welkom, stond boven aan de trap al blij te roepen, maar het bevreemdde mij dat ik haar stem haast niet herkende. Ik werd moe van het lage tempo waarin mijn leven zich de laatste dagen thuis afspeelde. Ik heb een heleboel te doen, zoals het verwerken van alle indrukken – op de nieuwe media die ik mee had, maar ook die in mijn hoofd. Verder dan een inventarisatie ben ik nog niet gekomen. Aan alles wat voor de T&Toko op stapel staat wil ik niet eens denken. Zou ik niet beter (wel liever) ander werk zoeken? Vooralsnog is evenwel deze klus er een pro deo en wie van de wind wil leven moeten een molen hebben. Gebakken lucht verkopen we niet.