De vrijheid voor domme mensen om te kunnen zijn wat ze zijn: dom. Wie gaat vrij uit? Begrip voor je belagers. Je zou hetzelfde hebben gedaan.
De halve maan toonde zich even in de middag tussen grijze en witte wolken niet ver boven de horizon; een wormgat in de tijd. Niet opgejaagd en toch gevlucht. De oproepen lopen dood, geen platform om vanaf te schreeuwen, geen oren die het horen. Ma, kijk je ook? Kan je het nog volgen? Weet je wie het gedaan heeft?
Alle excuses zijn vals. Er is geen uitweg zonder bocht, helling, en duur. Morgen neem ik het serieus.
Gisteren een halve dag permanente stress; vechten of vluchten. Het werd doorstaan. We willen dat de zon schijnt. De stad toon zich groot, druk en lelijk; redden we mensen of het leven? We sjouwen maar door. Aan het eind van de dag stort je je in het nachtleven, dat niet minder enerverend is.
De schaamte lost niets op, schuld is lastig en neerdrukkend, onwetendheid geen enkel excuus, maar het daar bij laten, vanuit het nihilisme dat de mensheid hoe dan ook ten dode is opgeschreven, dat z’n slechtheid en domheid grenzeloos is, en ons egoïsme een biologisch gegeven om te kunnen overleven, mag een realistische, wellicht onvermijdelijke, en in ieder geval een trieste conclusie zijn