Het vriest aldoor dezer dagen. Na zondag wordt ’t beter, voorspellen ze. Werken en eten, ’s middags in slaap vallen aan de werktafel. Kan je pijn weglachen of onschadelijk denken? De buitenkraan afgesloten en open gedraaid. Een kraakheldere nacht met strakke sterren aan de hemel; de kou valt even mee. Blijven slikken, ondanks het ongemak.