Van geen belang is het menen te herkennen van een gitaargeluid in een lam liedje, dat me deed denken aan Lou Reed op zijn album en titelnummer Coney Island Baby. (En dat blijkt een begrip in een geheel andere geschiedenis, van zuigelingen die in de eerste couveuses, nog voor dat deze in gebruik waren in ziekenhuizen, aan publiek werden tentoongesteld!) Terugluisterend hoor ik dat het de combinatie is met het subtiele spel van gitarist Bob Kulick; de klankkleur kan al eerder gebruikt zijn door anderen in een andere context. Valt het te doen om te achterhalen wie als eerste een bepaalde sound met gitaar wist te munten, die naderhand door anderen gekopieerd is?
Een drievoudige cd met werk van Guillaume de Machaut is binnen, opgedeeld in de ruim zestig stukken uit de 14e eeuw; religieuze en seculiere muziek. Nu nog eens ruimte vinden ze te beluisteren, ontdekken hoe uniek hij was voor zijn tijd. Een andere Willem, de Ridder, komt binnen met zijn lulverhalen, over zogenaamde illegale werken die hij in de vorige eeuw in het Stedelijk Museum te Amsterdam zou hebben aangebracht, maar niets anders dan vaak lelijke ontsieringen waren in en aan de wanden en plafonds van het gebouw, dat inmiddels geheel is verbouwd en enige allure heeft terug gekregen, waarmee het meeste van die zogenaamde kunst van hem zijn verdwenen. Zo kan ik het ook, moet je dan zeggen, want dat is altijd zijn motto geweest.