Het grappige, of rare, is vooral dat toeval bijna geen neutraal begrip meer kan zijn. Dat zaken samenlopen of -vallen en de kans daarop, daar is genoeg over te zeggen, zelfs te berekenen en aldus te bepalen of het een bijzonderheid betreft. Maar ik hoor bij veel mensen een soort magische of bovennatuurlijke bijklank rond het woord. ‘Dat kan geen toeval zijn’, alsof er een bovennatuurlijke macht in het spel is, of dat het toeval zelf dat aspect van paranormaliteit heeft.
Je kan je verbazen over de postbezorging en constateren dat dergelijke communicatie nooit een stiefkindje is geweest, maar dat het zich heeft verspreid over veel bredere lagen van de bevolking en dat de middelen ertoe iets toegankelijker lijken. Tegen welke prijs echter? We mailen alsof het gratis is, maar betalen bijna gedachteloos elke maand een vast bedrag om in verbinding te kunnen staan met de rest van de wereld. En briefgeheim is niet meer gewaarborgd.
Ik haal mijn geld er wel uit; schrijf meer dan ooit en bekommer me nauwelijks om wie het allemaal onder ogen zou kunnen krijgen, tot op zeker hoogte dan. De Freuds en Jungs van nu kunnen zich uitleven op al die vrijgegeven gedachten en zieleroerselen. Als je ooit naar zo’n knijper wordt doorverwezen heeft ie als ’t goed is je Facebook al gelicht en een prettig dossier samengesteld.