Niet onder alle omstandigheden valt te beschrijven hoe de genius loci huishoudt. Het kronkelt tussen je oren tot woorden zonder betekenis. Dingen gaan kapot, de mensen slijten, gaten worden bodemloos.
Te veel of te weinig spanning en soms gaat het goed. Dichters spreken verstaanbaar onbegrijpelijk in waardeloze raadsels. De een vult zijn maag, de ander z’n zakken. Er is een woestijn zonder roependen.
Ze zat bevallig, maar ook met de handen in het haar voor de nooduitgang, had geen hulp nodig. Het plezier van de innuendo’s afkomstig van vrolijke vrouwen. Het gezeur gelaten, daar waar het hoort, stom geslagen.